Wat maakt een land een land?
Dat is de centrale vraag die de PvdA stelt in haar nieuwe TV-spot. Het antwoord van de PvdA is haar nieuwe progressieve antwoord op Wilders en de integratieproblematiek. Een verhaal dat gaat over beschaafd nationalisme, dat streeft naar integratie door solidariteit. Een analyse.
"WIs het een gebied afgebakend door grenzen? Met eigen gewoontes en gebruiken? En een gemeenschappelijke taal? Is een land een gezamelijke geschiedenis?"
Een lastige vraag voor links. De vraag van de natie. Linkse partijen staan voor waarden als vrijheid en gelijkheid, die niet stoppen aan de landsgrenzen. In 1914 werd het pijnlijk duidelijk dat ook socialisten uiteindelijk patrioten waren toen de Franse en Duitse socialisten kozen voor nationale eenheid in tijden van oorlog boven internationale solidariteit. Voor de Nederlandse socialisten duurde het tot 1937 toen ze uiteindelijk kozen voor Nederland. In het beginselprogramma van 1937 stelt SDAP dat zij "door historisch lotsgemeenschap" deel is van de Nederlandse natie, streeft naar "ener werkelijke volkseenheid" zonder (klassen)tegenstellingen, met volwaardig burgerschap voor iedereen en het haar taak acht om voor zo ver mogelijk, "het economische leven (in Nederland, SO) in socialistische richting te leiden."
Met die keuze verbindt de SDAP zich aan de Nederlandse natie. Met de oprichting van de PvdA zo’n negen jaar later wordt dit idee in de praktijk gebracht: de PvdA is een partij voor alle Nederlanders ongeacht klassen- of religieuze tegenstellingen. Voor partijen links van de PvdA is de verhouding met de natie veel lastiger geweest. Tot 1982 was de CPN een trouw lid van de internationale communistische beweging. De PSP en EVP waren vredespartijen, en voor duurzame vrede zijn nationale staten en nationalisme een belemmering. GroenLinks gaat de vraag van de natie uit de weg. Zij richt zich op mondiale problemen zoals het klimaatprobleem, kiest voor Europese samenwerking en legt er de nadruk op culturele diversiteit. Er is geen Nederlands belang en eigenlijk bestaat "de Nederlander" ook niet.
Ik vraag me af hoe progressief linkse mensen op de vraag van de PvdA moeten antwoorden. Ik denk dat mijn antwoord voort zou bouwen op Habermas’ notie van Verfassungspatriotismus. Burgers in een republiek identificeren zich met de centrale waarden die zijn vastgelegd in de grondwet. In het geval van Nederland zijn vrijheid van godsdienst en consensusdemocratie (zeker vanuit historisch oogpunt) kernwaarden. Een constitutionele benadering van de natie gaat verder dan de gezamelijke geschiedenis. Nederland is Nederland niet alleen vanwege zo maar een geschiedenis, maar vanwege een geschiedenis waarin bepaalde waarden als religieuze vrijheid een bijzondere rol spelen. Landen verschillen niet alleen op oppervlakkige wijze van taal, van gewoonten en gebruiken. Maar ieder land heeft zijn eigen geschiedenis waardoor andere waarden centraal staan. Denk aan de Franse republikeinse of de Amerikaanse liberale traditie, of aan de Duitse geschiedenis die aan weerbare democratie en menselijke waardigheid een bijzondere positie toekent.
"Of zijn het de mensen? Die ieder voor zich een plekje hebben gevonden? Om te leven, te werken, te wonen? Alleen maar ook samen. Want we hebben elkaar nodig, om dingen voor elkaar te krijgen die we
alleen niet kunnen. We bouwen aan een gemeenschap die er niet alleen
voor ons zelf is maar ook voor een ander."
De PvdA maakt een andere keuze. Zij zegt de mensen samen een land vormen. Dat de banden die mensen onderling vormen de basis van de natie.
Echter bij het mensbeeld van de PvdA gaat het voor mij enigszins wringen: het meandert me iets te veel en met name iets te makkelijk tussen een opvatting van de mens als individu en als sociaal wezen. Mensen leven volgens de PvdA voor zichzelf ("ieder voor zich", "alleen", "voor ons zelf") maar ook voor de anderen ("samen", "elkaar nodig", "gemeenschap", "’voor een ander").
Vanuit mijn strikt liberale mensbeeld staan er twee dingen centraal. Ten eerste moeten mensen lekker zelf uitzoeken hoe, voor wie en waarvoor ze leven. Voor zichzelf? Voor een ander? Voor God? Daar moet ruimte zijn voor verschil. En ten tweede is een politieke gemeenschap noodzakelijk omdat dat ons allen beter in staat stelt om dat eigen idee van hoe, voor wie en waarvoor ze leven in de praktijk te brengen. Het is misschien een nuance verschil, maar in deze liberale visie worden individu en gemeenschap beter aan elkaar verbonden dan het onduidelijke gemeander van de PvdA.
Omdat we allemaal behoefte hebben aan veiligheid en vrijheid. Omdat we allemaal de kans willen om te leren en te werken. En we allemaal moet kunnen rekenen op zorg: nu en later."
Centraal in de visie van de PvdA, bijvoorbeeld in het huidige beginselprogramma, staat de notie dat mensen recht hebben op een fatsoenlijk bestaan. Daarvoor zijn er bepaalde voorwaarden nodig: veiligheid, onderwijs en gezondheid. Die zijn allemaal toevallig gekoppeld aan publieke voorzieningen waar de PvdA voor staat: de politie, onderwijs en zorg. Een mooi consistent sociaal-democratisch verhaal dus.
Maar waarom noemt de PvdA dan vrijheid? Hebben mensen behoefte aan vrijheid? Zoals mensen behoefte hebben aan chocolade-ijs? En dat een bolletje vrijheid van ijsco-boer Bos ze daarin voorziet? In mijn ogen staat vrijheid op een heel andere plek dan veiligheid, chocolade-ijs of gezondheid. We hebben veiligheid, onderwijs en zorg nodig om een vrij leven te leiden: vrij van angst en ziekte, vrij om onszelf te ontplooien. We moeten vrij zijn om zelf te bepalen in welke behoefte we voorzien, en hoe we dat aanpakken.
"Want als we het beste uit onszelf willen halen kan dat niet zonder de hulp van anderen. Alles is verbonden. Daarom hebben we allemaal een stem in hoe we de wereld om ons heen inrichten. Niets staat op zich. Niemand staat alleen."
Zoals we eerder al zagen meandert de PvdA tussen een radicaal individualisme en een radicaal collectivisme. Enerzijds moet iedereen het beste uit zelf halen. Het onderste uit de kan van zelfontplooing. Iedereen moet naar de top, in honourstrajecten en met excellentiesubsidies. Maar aan de andere kant "[is] no man an island." Is alles is verbonden.
Mijn probleem is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen een politieke en een sociale gemeenschap. Iedereen moet zijn sociale gemeenschap zelf uitzoeken: kerkgemeenschappen, vakbonden, voetbalclubs, vriendengroepen, familie. Een politieke gemeenschap is een andere grootheid. Daar is de verbondenheid enerzijds minder vrijblijvend, maar anderzijds minder vergaand. Aan de basis liggen een aantal politieke waarden. Daaruit volgen een aantal rechten. Om in die rechten te voorzien is een aantal plichten noodzakelijk. Een politieke gemeenschap is beperkt in de zin dat we niet een grote familie hoeven te vormen als Nederlanders. Zo lang we maar erkennen dat iedereen politieke rechten en plichten heeft.
"We zijn verbonden door onze geschiedenis. Maar ook door de straat waarin we wonen, de files waarin we staan. De school waarin we opgroeien. En de plek waar we werken."
Een van de meest problematisch stukken van de hele spot in mijn ogen. Want we worden niet verbonden door onze geschiedenis. Dat mensen die 409 jaar geleden in dit land woonden in 1600 een bijzonder nutteloze militaire overwinning boekte verbindt mij niet met andere bewoners van dit land. Niet met mijn blonde overbuurvrouw en niet met mijn Turkse bakker. We worden verbonden door onze grondwet, een weerslag van gezamelijke waarden, die het product is van onze geschiedenis.
Als grap bedoelt natuurlijk dat punt van de files. Maar wel heel gevaarlijk, want dank zij wie staat heel Nederland in de file? dank zij de PvdA. Een partij die wel een nadruk legt op economische groei en werkgelegenheid, maar om het milieu te sparen geen extra wegen wil aanleggen. Een partij die al jaren te weinig investeert in openbaar vervoer en al 20 jaar draalt met de invoering van kilometerheffing. Ik was er niet over begonnen.
En dan die nadruk op werk. Al eerder was het "wonen, leven, werken", nu is het "wonen, opgroeien, werken". Deze nadruk past zeker in de lijn van het fatsoenlijk leven: naast veiligheid, gezondheid en onderwijs behoort werk tot de voorwaarden voor dat fatsoenlijke leven. Arbeid vervult behoeften die we hebben, om bij te dragen aan de samenleving, om sociale contacten te onderhouden en om inkomen te kringen. Ik zou arbeid zelf een minder prominente plek gunnen.
"En hoe groot onze onderlinge verschillen ook zijn, we zijn allemaal verbonden door onze toekomst. Het is de taak van de politiek om te verbinden, niet om te verdelen. En om te werken aan een eerlijke samenleving, waarin iedereen mee telt."
De kern van de boodschap van de PvdA. Tegen het geluid van Wilders in wil de PvdA mensen verbinden. Dat sluit aan bij de traditie van de PvdA opgericht als partij die alle Nederlanders verbond ongeacht religie of klasse. En met de lijn-Cohen, "de boel bij elkaar houden" in tijden van groeiende conflicten tussen allochtoon en autochtoon. Het beschaafde nationalisme van Wouter Bos.De boodschap lijkt helder: de PvdA staat voor een ongedeelde samenleving, die mensen ondanks verschillen aan elkaar verbindt.
Het blijft echter allemaal wel erg vaag: hoe die gedeelde toekomst eruit ziet wordt niet gespecificeerd, wat een eerlijke samenleving voor de PvdA inhoudt, wordt niet uitgewerkt. Wat het betekent als iedereen telt, is left as an exercise for the viewer.
"Partij van de Arbeid: staat er altijd."
Concluderend: de PvdA probeert zichzelf neer te zetten als het antwoord tegen Wilders. Als een partij die mensen verbindt, die een nadruk legt op ons gezamelijke belang om samen verder te gaan. Het is niet mijn visie op de relatie tussen individu en gemeenschap, tussen afkomst en toekomst. Maar het kan een sterk verhaal zijn. Een verhaal waarbij twee woorden die op de achtergrond van deze spot wel mee speelden maar ongenoemd bleven centraal staan: integratie en solidariteit. Dat is waar de PvdA voor pleit: integratie door solidariteit.
Overigens: de nieuwe leus van de PvdA heeft iets tragisch. Toen Den Uyl in 1977 de grootste wilde worden was de leus: "Kies de minister-president", Den Uyl bleef toen buiten het Torentje. Toen de PvdA in de jaren ’90 haar sociale profiel verdunde was de leus "Sterk en sociaal". En nu de leus "staat er altijd", terwijl het voortbestaan van de PvdA steeds onzekerder wordt.