Via Stuk Rood Vlees kwam ik een interessante link tegen: de uitslagen van de vorige Duitse verkiezingen. Dat levert mooi kaartmateriaal op, maar kaarten zijn vaak lastig te interpreteren. Ruimtelijke modellen zijn vaak inzichtelijker.
Ruimtelijke modellen
Ik heb de Duitse uitslag per deelstaat voor de zeven grootste partijen geanalyseerd met correspondentie-analyse. Het simpele idee is we kijken in welke deelstaten bepaalde partijen bovenmatig sterk staan. Deelstaten waar dezelfde partijen goed scoren worden bij elkaar gezet en partijen die in dezelfde deelstaat goed scoren worden bij elkaar gezet. Dat levert het volgende beeld op:
De Oost-Duitse deelstaten, (Brandenburg, Thueringen, Sachsen en Sachsen-Anhalt, Mecklenburg-Vorpommern) worden aan een kant van het figuur geplaatst. De meest West-Duitse deelstaten aan de andere kant. Berlin en Saarland liggen in het midden. Er is een duidelijke oost-west structuur langs de horizontale lijn. Langs de verticale lijn zien we een concentratie van de stadsstaten aan een kant (Bremen, Hamburg, Berlin) en het grote, landelijke Bayern aan de andere kant.
De partijen zijn ook langs een horizontale en een verticale dimensie verdeeld. Die Linke, een fusie van een linkse afsplisting van de sociaal-democratische SPD en opvolger van de voormalige Oost-Duitse communistische paritj SED ligt aan de linkerkant, samen met de extreem-rechtse NPD. Dat laatste is wel ironisch, want tijdens de communistische periode leidde de SED een anti-fascistische alliantie waarin alle partijen waren verenigd.
De oude West-Duitse partijen, de Christen-democratische CDU, de SPD, die Gruene en de liberale FDP, liggen samen met de Piraten aan de rechterkant. Daarnaast kunnen we een dynamiek zien tussen bovenzijde (SPD) en de onderzijde (CDU/CSU).
Oost versus West
Er is een Oost-Duitse partij systeem waarin Die Linke een centrale plek innemen, ten koste van de andere partijen en met name Die Gruene en de FDP. De figuur hiernaast geeft de uitslag weer in Oost- en West-Duitsland (uitgezonderd Berlijn en Saarland). In West-Duitsland waren bij de verkiezingen twee grote partijen: de CDU/CSU en de SPD. Ook FDP en Die Gruene halen meer dan 10% van de stemmen.
In Oost-Duitsland is de positie van de SPD als tweede partij overgenomen door Die Linke. Ondertussen staat de CDU/CSU nog steeds sterk. De FDP haalt nog net 10% van de stemmen. Maar met name Die Gruene vallen weg. Dat laatste is opvallend, want Die Gruene heten officieel Buendnis ’90/Die Gruenen waarbij dat eerste staat voor een samenwerkingsverband van anti-communistische protestgroepen. Van die stroming lijkt weinig over te zijn.
Beide systemen zijn dus eigenlijk een vierpartijensysteem met twee linkse en twee rechtse partijen. Maar de linkse partij wisselt. Programmatisch verschillen Die Linke en Die Gruene niet zo veel, in het Duitse Kieskompas staan ze vlak bij elkaar, maar ze hebben heel andere prioriteiten en ze spreken heel andere kiezers. Oost-Duitsland heeft een post-communistische linkse protestpartij die met name sterk staat in lagere sociaaleconomische klassen. Dat Die Linke voortkomt uit het communisme maakt haar voor de SPD een lastige coalitiepartner. Deze bemoeilijkt linkse coalitievorming. West-Duitsland heeft een post-materialistische linkse groene partij die met name sterk staat in hogere sociaaleconomische klassen. En juist Die Gruene en de SPD hebben een goede band. West-Duitsland heeft een culturele revolutie doorgemaakt, die er in Oost-Duitsland niet is geweest.
Noord versus Zuid
Het verticale dimensie onderscheidt de sterke gebieden van de CDU/CSU in het platteland van het Katholieke Zuiden en de sterke gebieden van SPD, de steden in het Protestantse Noorden. Overigens is een verschil hier weggemoffeld: in het landelijk en Katholieke Bayeren doet niet de CDU mee aan verkiezingen maar de CSU. Deze zusterpartij van de CDU is duidelijk wat rechtser en conservatiever.
Conclusie
Zo heeft Duitsland dus twee of misschien zelfs wel drie, vier of vijf partijensystemen: een West-Duitspartijsysteem met een linkerblok van Die Gruene/SPD en een rechterblok FDP/CDU. In het Oost-Duitse partijensystem staat de SPD zwakker zowel electoraal als qua bondgenoten: Die Linke staat sterk in de tradionele arbeidersklasse maar staat vanwege de communistische geschiedenis verder van de SPD af. De CDU en FDP zijn hier, zij het iets minder sterk wel aanwezig.
Berlin en Saarland nemen een middenpositie in. Zij het dat de CDU/CSU zwakker staat en juist Die Gruene sterker: zeker in het grote en hippe Berlijn. Saarland ligt overigens zeer Westelijk maar neemt deze middenpositie in omdat het thuisstaat is van de oud-SPD prominent en Die Linke leider Lafontaine. En dan heb je nog het partijsysteem in Bayern met de rechtse CSU, die nergens anders deelneemt aan verkiezingen, maar wel een zeer dominante rol speelt hier.
Op het landelijke niveau komen al deze elementen samen: hier staan de CDU en SPD sterk, maar zijn er vier middelgrote partijen: de FDP en de CSU, bondgenoten van de CDU en Die Linke en de Die Gruene die ideologisch dichtbij de SPD staan, maar waarbij de een acceptabele bondgenoot is en de andere niet. Op 22 september doet dat landelijke beeld ertoe: de stroeve relatie tussen SPD en Die Linke kan nog wel eens voorkomen dat er een links kabinet komt. Maar ook al die lokale constellaties zijn belangrijk, want Duitse deelstaten hebben echt nog wat in de melk te brokkelen.